Reisverslag Couvent Sainte-Marie de la Tourette de Éveux december 2018

SAINTE MARIE DE LA TOURETTE 

Over het gebouw: In 1957 bouwt Le Corbusier het Dominicanenklooster in La Tourette in de Provence op verzoek van de Dominicanen. Hij heeft het ontworpen als een rechthoek; voor de open noordkant werd de kerk gezet. Voor dit vijf verdiepingen hoge gebouw zijn de patronen, materialen en bouwtechnische middelen gebruikt, die in het grote kader van de wooneenheden in Marseille en Nantes beproefd waren. Cellen en zalen komen uit op de natuurtuin, gevormd door het landschap waarin het klooster ligt; inwendig oriënteren ze zich op gemeenschappelijk gebed en studie.”

Bron: Kopstukken uit de twintigste eeuw Le Corbusier - Anton Henze

IMG_2879.jpg

 

Mijn ervaringen: Een bezoek aan het Dominicanenklooster stond hoog op mijn lijst. Op deze plek besloot Anselm Kiefer in 1966 dat hij geen filosoof meer wilde zijn maar dat hij kunstenaar wilde worden.

In december is het zover, ik ga twee nachten overnachten in een ‘cel’ in het klooster. De cellen waren voorheen de kamers waar de monniken in opleiding verbleven, voordat ze werden uitgezonden naar een plek elders in het land na afronding van hun opleiding. Vandaag de dag wonen er nog vijftien monniken die tot hun dood hun leven weiden aan god in dit prachtige gebouw en omringende natuurgebied wat bij het klooster hoort. Het klooster is open voor publiek, met een bescheiden bijdrage voor de overnachtingen en eenvoudige maaltijden geef je een bijdrage om het gebouw goed te onderhouden en je onder te kunnen dompelen in het kloosterleven. Het is een bijzondere ervaring op alle vlakken. Ik kom in de namiddag aan, het klooster vind ik er in eerste instantie uitzien als een gevangenis met de lange rij cellen naast en boven elkaar geplaatst. Het gebouw is kolossaal en met de verweerde beton brut niet direct een schone aanblik. Ik heb dit gebouw ervaren als een oester; de echte schat bevindt zich in het gebouw. De kolossale buitenzijde verraadt niks van de pure schoonheid die ik later in het gebouw zal ontdekken. Bij de eerste sobere maaltijd ontmoet ik de andere gasten en een paar monniken. Enthousiaste architectuur studenten uit Californië, een man uit Lyon die zich even wil terugtrekken uit de drukte van alledag, een stel die een rondreis maakt door Frankrijk. Na het avondeten ben je vrij om je in allerlei ruimten in het gebouw te begeven, er zitten geen sloten op de deuren, in principe mag je overal komen, behalve in de privé vertrekken van de monniken. Urenlang dwaal ik rond over alle verdiepingen van het klooster langs de Mondriaan gevels, de cellen, de kleine bibliotheek, het oratorium, het atrium. Vanuit het atrium loopt een gang schuin naar beneden aan het einde zie ik een deur openstaan. Ik herken de deur uit de boeken; de toegangsdeur naar de kerk is een kluisdeur, een grappige referentie naar de echte schat van het gebouw; de kerk! Het is al laat, de volgende ochtend woon ik de ochtenddiensten bij, eerst in de chapter, een kleine zaal, erna in de kerk zelf. Ik twijfel, zal ik naar binnenlopen of kan ik mijn nieuwsgierigheid bedwingen en wachten tot ik morgen de kerk in al zijn glorie kan aanschouwen. Mijn nieuwsgierigheid wint. Ik glip stilletjes naar binnen en neem een grote stap door de opening van de kluisdeur. Ineens sta ik binnen in de kerk maar ik kan niks zien. Het is aardedonker en ijskoud. Ik sta aan de grond genageld en blijf om me heen kijken in het duister zonder iets te zien, al mijn zintuigen staan op scherp met een vleugje angst voor een dichtvallende kluisdeur. Na een poosje begin ik contouren te zien; de maan die via het open dakraam flauw naar binnen schijnt van grote hoogte, het hoofdaltaar zie ik in de verte evenals de zijkapellen met de mysterieuze cilinders. Na een paar minuten verlaat ik stilletjes de kerkruimte en ben ik een magische ervaring verder. Hieruit onstaat de kleine serie Sainte Marie de la Tourette boîte à miracle – Choir, waarbij ik de schimmen en contouren die ik op dat moment in de kerk zag verbeeld. Ik loop terug naar mijn slaapkamer, de cel, dit is een onverwacht heerlijke warme ruimte die me omvat met helder groen en geel, na een vermoeiende reis en eerste indrukken val ik in een diepe slaap.

De volgende ochtend is zondag, voorafgaand aan het ontbijt woon ik een kleine vroege mis bij in de chapter, een kleine zaal direct naast de eetzaal. Na het ontbijt lopen we met de monniken voorop de kerk binnen. We gaan zitten op de houten banken aan de zijkanten en zien veel mensen vanuit het naastgelegen Eveux aanschuiven voor de dienst, de kerk zit vol. Tijdens de dienst in het Frans en Latijn waar ik flarden van kan volgen en meegeniet met de liederen, merk ik dat ik in een diepe focus beland. Een bijna meditatieve staat. Vooruitkijkend zie ik telkens de vier gekleurde lichtsluizen die strakke lijnen van licht naar binnen brengen, te zien boven de hoofden van de kerkgangers die tegenover mij zitten. De lichtsluizen zijn inkepingen in de betonnen muur die schuin naar beneden geplaatst zijn om het meditatieve karakter te versterken, naar buiten kijken kan niet, de gleuven fungeren ook als luchttoevoer omdat de smalle ramen open kunnen. In de vier inkepingen is het beton gekleurd geschilderd waardoor de binnen vallende lichtstroken gekleurd zijn, wit, geel, turkooisgroen en transparantrood. De bijzondere lichtsluizen waren voor mij aanleiding om de serie Sainte Marie de la Tourette – Chapel te maken.

IMG_7633.jpg

Na afloop van de dienst mochten de bezoekers nog even blijven hangen in de kerk. De zijkapellen bleven me aantrekken. Naast het hoofdaltaar zijn drie cilindrische vormen aangebracht in het plafond. Ze lijken te zweven en bewegen. Ik ga eronder staan om te kunnen begrijpen hoe ze technisch zijn vormgegeven en welke doel ze hebben. Het blijken lichtkokers te zijn, die elk vanuit een iets andere hoek de zijkapellen verlichten. Naar aanleiding van deze lichtkokers heb ik de serie: Sainte Marie de la Tourette – Crypt gemaakt.