Stahl House Pierre Koenig - Hollywood hills April 2022

Het Stahl House

In de eerste week van mijn werkperiode in Los Angeles bezocht ik onder andere het Eames House en het Stahl House, in eerste instantie vanuit mijn interesse in het Case Study House program, experimentele residentiele architectuur die werd gesponsord door het Arts & Architecture Magazine.

Met name het Stahl House bleek voor mij zo inspirerend dat ik tijdens mijn residency een aantal studies heb kunnen maken, waarbij ik refereer aan dit bijzondere huis. Het Stahl House is nog in familiebezit en wordt als familiehuis gebruikt. Af en toe wordt het huis opengesteld voor een rondleiding. Met veel geluk kon ik een plekje bemachtigen. Na de rondleiding met verdiepende informatie mocht ik vrij rondlopen, zitten op de meubels in de woonkamer en bij het zwembad en zonder beperkingen foto’s en filmpjes maken van ieder hoek van het huis. Bijzonder omdat dit huis het hele jaar door gebruikt wordt door de familie. De tijd om te beleven en vastleggen was heel ruim, waardoor ik de ruimte echt in me op kon nemen.

Dit huis is een icoon; volledig gebouwd uit glas en staal op een onmogelijke heuvel met vrij uitzicht over de stad. Dit huis werd het boegbeeld van moderne architectuur in Los Angeles door de iconische foto die Julius Shulman van het huis maakte.

Case Study houses, Frank Gehry, Frank Lloyd Wright en Lloyd Wright Los Angeles April - Mei 15 2022

Frank en LLoyd Wright - textile block gevels

Ik ben blij dat ik voorafgaand aan mijn werkperiode bij Iris Project Residency al een plan had gemaakt van wat ik wilde zien op het gebied van moderne architectuur. Ik wilde deze werkperiode in Venice volgen om mij onderzoek naar moderne architectuur te verbreden. In mijn schilderijen en sculpturen maak ik referenties naar architectuur, probeer ik een brug te leggen tussen kunst en architectuur.

Na ruim vier en een half jaar intensief bezig te zijn geweest met de ontwerpen van Le Corbusier wilde ik zien wat er rond dezelfde periode werd gebouwd in Amerika en ontdekken waarom Le Corbusier weinig voet aan de grond kreeg in Amerika. Ik wilde me gaan richten op de ontwerpen van Frank Lloyd Wright, die mij met zijn gebouwen met invloeden uit de natuur, Maya cultuur en Japonisme al langere tijd interesseerde. Ik had contact gelegd met de Hollyhock House Foundation. Door Covid waren er nogal wat restricties, helaas bleven sommige plekken gesloten gedurende mijn residency. Zo ook het Hollyhock House; de spil van mijn onderzoek. Ik heb wel het omringende park en de gevel van het gebouw en omringende gebouwen kunnen bekijken maar toch teleurstellend dat ik het interieur van de gebouwen niet heb kunnen zien. Ik besloot mijn onderzoek te verschuiven naar meerdere architecten en naar de privé huizen ontworpen door Frank Lloyd Wright om zo een in ieder geval uitgebreid te kunnen kijken naar zijn textile block gevels die behalve op het Hollyhock House ook zijn toegepast op woningen, waarvan meerdere voorbeelden verspreid door LA te vinden zijn.

Ik heb op 1 dag vijf ontwerpen van Frank Lloyd Wright en zijn zoon Lloyd Wright bezocht beginnend bij het Hollyhock House en dan de heuvels op de wijk Los Feliz in dat links en rechts van het Griffith Observatory park is gelegen. Al met al een mooie tocht, waarvan mijn Amerikaanse kunstenaarsvrienden met verbazing opkeken toen ik de route op Google liet zien, dat ik dat echt gelopen had? Niemand loopt in LA, iedereen pakt de auto om ergens te komen.

 

Mijn werkperiode van vier weken verdeelde ik in verschillende fases; week 1 en 2 bezoeken brengen aan architectonische gebouwen en huizen, week 2 en 3 schetsontwerpen maken en einde week 3 open studio, week 4 musea en galeries bezoeken. Het hielp me enorm om deze planning te maken. Door per dag een plan te hebben bleef ik gefocust en rustig in deze grote en overweldigende stad.

Onderstaande gebouwen, huizen en winkelcentrum bezocht ik allemaal, verspreid over Santa Monica, Venice, Hollywood, Los Feliz, Beverly Hills, Downtown en Silverlake:

 

Frank Lloyd Wright en Lloyd Wright: John Sowden House, Samuel Novarro House, Ennis House, Samuel Freeman House, Hollyhock House, Anderton Court shops

Frank Gehry: Gehry Residence, Binoculars building, Walt Disney Concerthall

Case Study Houses: Ray en Charles Eames ontwierpen samen Case Study House #8 oftewel het Eames House. Pierre Koenig ontwierp het Case Study House #22 oftewel het Stahl House.

Richard Neutra: Neutra VDL House

Rudolph Schindler: Schindler House - MAK Center

John Lautner: Chemosphere House

Reisverslag Sainte-Pierre de Firminy

Over het gebouw: In 1960 kreeg Le Corbusier de opdracht om een kerk te bouwen in de Firminy-Vert streek. Hij werkte het ontwerp volledig uit samen met José Oubrerie en José Luis Miquel. De eerste steen werd gelegd in 1970 maar door geldgebrek werd de bouw na een aantal onderbrekingen stilgelegd in 1978. Het onderste deel van de kerk dat al af was gebouwd werd monumentaal verklaard en uiteindelijk werd in 2000 besloten dat het gebouw verder afgebouwd moest worden en in 2006 was het gebouw eindelijk voltooid onder leiding van de voormalige assistent José Oubrerie.

 

Vormgeving gebouw: De basisvorm van de kerk is een vierkant van 25,5 meter met daarop een 33 meter hoge afgeknotte kegel. In de kegel bevindt zich het schip van de kerk, in de oostelijke gevel is het sterrenstelsel van Orion afgebeeld door middel van cilindrische gaten in de muur gevuld met glazen staafjes. In de nokgording en in de westelijke gevel zijn drie lichtkanonnen geïnstalleerd die in de middag gekleurd licht schijnen over de binnenmuren aan de bovenzijde van de kerk. 

 

De kerk is een gebouw die bestaat uit twee delen, het schip waar gedurende de dag veel licht naar binnen kan schijnen ondanks de dikke schil van beton, en het onderste deel bestemd voor kerkelijke activiteiten zoals vergaderingen, studeren etcetera. Hier is nu het ‘Interpretation Centre’ gevestigd toegewijd aan het werk van Le Corbusier.

Bron: Ce rêve étrange Le Corbusier à Firminy – Matthieu Gafsou

Mijn ervaringen: Le Corbusier heeft slechts drie religieuze gebouwen ontworpen. Eerdere reizen leidden me naar de kapel in Ronchamp en het klooster bij Eveux. Nu was het moment eindelijk daar om een bezoek te brengen aan de kleine kerk in Firminy. De kerk is onderdeel van een gebied ontworpen door Le Corbusier. Op loopafstand van de kerk ligt het Unité ‘d Habitation wooncomplex waar ik verbleef, maar daarover in een ander verslag meer. De kerk ligt naast het stadion en het cultureel centrum, gewijd aan de architect, een zeer uitgebreid informatiecentrum waar ik onder andere de houten mal zag waarmee de Modulor in het beton werd gedrukt. 

 

Ik heb op twee momenten in de dag de kerk bezocht; in de ochtend en in de middag. Het sterrenstelsel in de oostgevel laat namelijk alleen ’s ochtends als de zon schijnt het lijnenspel zien aan de binnenzijde. Het was die dag in augustus licht bewolkt, af en toe piepte de zon door de wolken. Bij binnenkomst stond ik in de basement van de kerk, met onder andere twee zalen een voor kleine diensten en een voor de grote zondagsdienst. In de ruimtes zijn wisselende exposities te zien van kunstenaars die reageren op de ruimte. 

37cb89ef-b4ac-49cf-bceb-48d690a9c1e5.jpg

Via een trap aan de linker zijkant kwam ik in de kerk zelf uit. De teleurstelling was groot toen ik geen lijnen op de muren zag. In de kerk ben je volledig afgesloten van wat er zich buiten afspeelt. Ik kon dus niet inschatten wanneer de zon weer zou verschijnen van achter een wolk. Na een paar minuten wachten veranderde de ruimte volledig! Alsof iemand een projector had aangezet…..de lijnen schenen helder en mysterieus op de muren. Instinctief wilde ik de lijnen gelijk vangen met mijn camera. Ik maakte foto’s vanuit alle hoeken en filmpjes. Ik wilde het moment vangen voor het weer voorbij was, mijn zintuigen stonden op scherp en alert verplaatste ik me snel en geruisloos door de kerk.

 

Even mooi was het moment dat de lijnen vervaagden en verdwenen in een luttele seconde. Weer ging ik wachten, dit keer een stuk rustiger, ik had het wonder van het lijnenspel met eigen ogen gezien en was vol vertrouwen dat ze zich nogmaals zouden tonen. Het lukte, de strepen verschenen even later weer en toen kon ik echt genieten van dit bijzondere schouwspel, de lijnen pasten zich feilloos aan, aan het kegelvormige interieur. De laagst hangende lichtkanon in een scheve drie dimensionale lijst liet een prachtige groen scherm van licht zien. De kerkbanken vormen en zwieren mee met het lijnenspel van licht op de muren. In de muren aan de binnenzijde is rondom de zaal een ingesneden vorm aangebracht die mij doet denken aan de kantelen op een kasteel. De kleur wisselt gezien vanachter het altaar en tegen de klok in kleurt deze van rood naar geel naar blauw naar groen. Het sterrenstelsel van Orion schitterde prachtig maar kon helaas alleen vanaf een afstand worden bekeken. In 2018 maakte ik tijdens een werkperiode in Venlo, een muur- vloerschildering geïnspireerd op een lokale kerk de St Nicolaas kerk ontworpen door Joost van der Grinten. In die kerk was in de achtergevel een compositie van glasstenen aangebracht, welke geïnspireerd waren op de kerk in Firminy. Ik verwerkte een referentie naar deze sterrenhemel in mijn schildering. Mooi om nu, twee jaar later, dit bijzondere beeld met eigen ogen te zien.

 

IMG_3096.jpg

‘s Middags kom ik terug. Ik ben benieuwd hoe de zeggingskracht van de binnenruimte van de kerk is zonder het magische lijnenspel. Het is absoluut anders. Nu staat de zon een stuk hoger en schijnen de stralen door de drie lichtkanonnen die zijn aangebracht in de muur en het plafond. Een gele cilinder en een rode balk zijn te zien op grote hoogte in het plafond. Ze schijnen gekleurd licht subtiel naar binnen aan de bovenzijde. Het groene lichtkanon schijnt fel, een groen testbeeld, gecomplementeerd door de rode lichtkanon op grote hoogte die probeert zijn rode licht te mengen met het groene.

 

Doordat ik niet hoef te wachten wanneer de lijnen weer zichtbaar worden merk ik dat ik me vrijer beweeg door de ruimte, ik voel me ontspannen en zoek iedere hoek op om goed om me heen en vooral naar boven te kijken. Mijn ogen dwalen langs alle kleurvlakken, als accenten in de donkere ruimte, als noten in een muziekstuk. Het voelt als een lichte, poëtische ruimte, een ruimte die je doet stilstaan en overgeven aan het moment, genieten van de stilte.

 

Als ik weer buitensta moet ik even wennen aan de felheid van het licht. Langere tijd omsloten zijn in de donkere kegel met kleuraccenten deed me even vergeten dat het buiten hoog zomer is. Doordat het gebouw pas zo recent is afgebouwd is het betonnen exterieur nog erg licht van kleur en weerkaatst het gebouw het zonlicht. Ik loop via het betonnen wandelpad naar boven naar de reguliere ingang van de kerk. Ik kan nog even naar binnen spieken. Zeer tevreden verlaat ik de kerk met het verschijnende en verdwijnende lijnenspel op mijn netvlies gebrand, deze ervaring ga ik koesteren.

Reisverslag studio appartement Molitor building de Paris mei 2019

Over het gebouw: In de wijk Boulogne-Billancourt aan de rand van Parijs ontwikkelde Le Corbusier ‘s werelds eerste appartementsgebouw met volledig glazen gevel. Het gebouw werd bestempeld als een “Maison des illustres’ en is een World heritage site. Op de twee bovenste etages bouwde hij zijn eigen woning alsook een schilder- teken- en schrijfstudio. 

Mijn ervaringen:

Ik bracht een bezoek aan het studio appartement, het huis van Le Corbusier en zijn vrouw Yvonne, gelegen aan de 24 Rue Nungesser-et-Coli. De woning is onlangs geheel gerenoveerd en is vandaag de dag een museumwoning.

IMG_6073.jpg

Ik ging op een vroeg tijdstip om in alle rust te kunnen rondwandelen in de woning. Met de grote raampartijen op zuid was het al behoorlijk warm. Er waren bijna geen bezoekers dus kon ik in alle rust alle hoeken en gaten van de woning bekijken. Allereerst viel mij op dat een groot deel van het appartement was gewijd aan de studio van Le Corbusier, waar hij schreef, tekende en schilderde. Jammer dat het atelier was leeggeruimd, er stonden enkel een paar stoelen. Een aantal zwart-wit foto’s gaven een idee hoe het atelier er vroeger in alle bedrijvigheid uitzag. In het woongedeelte waren duidelijk afgebakende delen met hun eigen functie; het zitgedeelte was een apart ‘eiland’ en stond volledig los van de eetkamer, welke naast de slaapkamer lag. Op de etage erboven was de gastkamer en een groot terras. 

Het viel mij op dat er veel nissen in de woning te vinden zijn op allerlei soms onverwachte plekken in de verschillende ruimten van de woning. Le Corbusier integreerde de nissen in de muren van zijn woning. Ze werden gebruikt om voorwerpen te etaleren die hij zijn ‘objecten van poëtische reactie’ noemde zoals schelpen, botten en kiezelstenen. De tentoongestelde voorwerpen werden regelmatig gewisseld. 

IMG_0132.jpg

Le Corbusier organiseerde thuis exposities van kunstvoorwerpen, zoals sculpturen, tapijten en schilderijen uit verschillende tijdperken die hij verzamelde. Zo bouwde hij een bijzondere collectie op waarmee hij zichzelf graag omringde en waar hij inspiratie uit haalde voor zijn eigen schilderingen. 

Overal in de woning kwam ik nissen tegen verwerkt in de muren en zelf in de grote glazen gevel aan de zuidgevel in de woonkamer. De nissen, en met name de glazen driedimensionale nis en de hoekige groene nis waren voor mij de meest in het oog springende elementen waar ik mee aan de slag wilde. Ik maakte uiteindelijk twee series met een verwijzing naar de nis en de bijzondere functie die Le Corbusier ze had gegeven: Bay Window Niche Paris en Triangular Niche Paris Molitor building.

Reisverslag Couvent Sainte-Marie de la Tourette de Éveux december 2018

SAINTE MARIE DE LA TOURETTE 

Over het gebouw: In 1957 bouwt Le Corbusier het Dominicanenklooster in La Tourette in de Provence op verzoek van de Dominicanen. Hij heeft het ontworpen als een rechthoek; voor de open noordkant werd de kerk gezet. Voor dit vijf verdiepingen hoge gebouw zijn de patronen, materialen en bouwtechnische middelen gebruikt, die in het grote kader van de wooneenheden in Marseille en Nantes beproefd waren. Cellen en zalen komen uit op de natuurtuin, gevormd door het landschap waarin het klooster ligt; inwendig oriënteren ze zich op gemeenschappelijk gebed en studie.”

Bron: Kopstukken uit de twintigste eeuw Le Corbusier - Anton Henze

IMG_2879.jpg

 

Mijn ervaringen: Een bezoek aan het Dominicanenklooster stond hoog op mijn lijst. Op deze plek besloot Anselm Kiefer in 1966 dat hij geen filosoof meer wilde zijn maar dat hij kunstenaar wilde worden.

In december is het zover, ik ga twee nachten overnachten in een ‘cel’ in het klooster. De cellen waren voorheen de kamers waar de monniken in opleiding verbleven, voordat ze werden uitgezonden naar een plek elders in het land na afronding van hun opleiding. Vandaag de dag wonen er nog vijftien monniken die tot hun dood hun leven weiden aan god in dit prachtige gebouw en omringende natuurgebied wat bij het klooster hoort. Het klooster is open voor publiek, met een bescheiden bijdrage voor de overnachtingen en eenvoudige maaltijden geef je een bijdrage om het gebouw goed te onderhouden en je onder te kunnen dompelen in het kloosterleven. Het is een bijzondere ervaring op alle vlakken. Ik kom in de namiddag aan, het klooster vind ik er in eerste instantie uitzien als een gevangenis met de lange rij cellen naast en boven elkaar geplaatst. Het gebouw is kolossaal en met de verweerde beton brut niet direct een schone aanblik. Ik heb dit gebouw ervaren als een oester; de echte schat bevindt zich in het gebouw. De kolossale buitenzijde verraadt niks van de pure schoonheid die ik later in het gebouw zal ontdekken. Bij de eerste sobere maaltijd ontmoet ik de andere gasten en een paar monniken. Enthousiaste architectuur studenten uit Californië, een man uit Lyon die zich even wil terugtrekken uit de drukte van alledag, een stel die een rondreis maakt door Frankrijk. Na het avondeten ben je vrij om je in allerlei ruimten in het gebouw te begeven, er zitten geen sloten op de deuren, in principe mag je overal komen, behalve in de privé vertrekken van de monniken. Urenlang dwaal ik rond over alle verdiepingen van het klooster langs de Mondriaan gevels, de cellen, de kleine bibliotheek, het oratorium, het atrium. Vanuit het atrium loopt een gang schuin naar beneden aan het einde zie ik een deur openstaan. Ik herken de deur uit de boeken; de toegangsdeur naar de kerk is een kluisdeur, een grappige referentie naar de echte schat van het gebouw; de kerk! Het is al laat, de volgende ochtend woon ik de ochtenddiensten bij, eerst in de chapter, een kleine zaal, erna in de kerk zelf. Ik twijfel, zal ik naar binnenlopen of kan ik mijn nieuwsgierigheid bedwingen en wachten tot ik morgen de kerk in al zijn glorie kan aanschouwen. Mijn nieuwsgierigheid wint. Ik glip stilletjes naar binnen en neem een grote stap door de opening van de kluisdeur. Ineens sta ik binnen in de kerk maar ik kan niks zien. Het is aardedonker en ijskoud. Ik sta aan de grond genageld en blijf om me heen kijken in het duister zonder iets te zien, al mijn zintuigen staan op scherp met een vleugje angst voor een dichtvallende kluisdeur. Na een poosje begin ik contouren te zien; de maan die via het open dakraam flauw naar binnen schijnt van grote hoogte, het hoofdaltaar zie ik in de verte evenals de zijkapellen met de mysterieuze cilinders. Na een paar minuten verlaat ik stilletjes de kerkruimte en ben ik een magische ervaring verder. Hieruit onstaat de kleine serie Sainte Marie de la Tourette boîte à miracle – Choir, waarbij ik de schimmen en contouren die ik op dat moment in de kerk zag verbeeld. Ik loop terug naar mijn slaapkamer, de cel, dit is een onverwacht heerlijke warme ruimte die me omvat met helder groen en geel, na een vermoeiende reis en eerste indrukken val ik in een diepe slaap.

De volgende ochtend is zondag, voorafgaand aan het ontbijt woon ik een kleine vroege mis bij in de chapter, een kleine zaal direct naast de eetzaal. Na het ontbijt lopen we met de monniken voorop de kerk binnen. We gaan zitten op de houten banken aan de zijkanten en zien veel mensen vanuit het naastgelegen Eveux aanschuiven voor de dienst, de kerk zit vol. Tijdens de dienst in het Frans en Latijn waar ik flarden van kan volgen en meegeniet met de liederen, merk ik dat ik in een diepe focus beland. Een bijna meditatieve staat. Vooruitkijkend zie ik telkens de vier gekleurde lichtsluizen die strakke lijnen van licht naar binnen brengen, te zien boven de hoofden van de kerkgangers die tegenover mij zitten. De lichtsluizen zijn inkepingen in de betonnen muur die schuin naar beneden geplaatst zijn om het meditatieve karakter te versterken, naar buiten kijken kan niet, de gleuven fungeren ook als luchttoevoer omdat de smalle ramen open kunnen. In de vier inkepingen is het beton gekleurd geschilderd waardoor de binnen vallende lichtstroken gekleurd zijn, wit, geel, turkooisgroen en transparantrood. De bijzondere lichtsluizen waren voor mij aanleiding om de serie Sainte Marie de la Tourette – Chapel te maken.

IMG_7633.jpg

Na afloop van de dienst mochten de bezoekers nog even blijven hangen in de kerk. De zijkapellen bleven me aantrekken. Naast het hoofdaltaar zijn drie cilindrische vormen aangebracht in het plafond. Ze lijken te zweven en bewegen. Ik ga eronder staan om te kunnen begrijpen hoe ze technisch zijn vormgegeven en welke doel ze hebben. Het blijken lichtkokers te zijn, die elk vanuit een iets andere hoek de zijkapellen verlichten. Naar aanleiding van deze lichtkokers heb ik de serie: Sainte Marie de la Tourette – Crypt gemaakt.

Reisverslag Chapelle Notre Dame du Haut de Ronchamp november 2018

Over het gebouw: “De aartsbisschop van Besançon bood Le Corbusier de gelegenheid zijn eerste kerk te bouwen: De Notre Dame du Haut bij Ronchamp. Dit is de eerste bedevaartskerk van de moderne bouwkunst, een merkwaardige integratie van architectuur, plastiek en schilderkunst. De kern van plattegrond is een driehoek die op klein oppervlak een integratie mogelijk maakt tussen de ommuurde ruimten en tegelijk van het inwendige en uitwendige. De integratie is ook te zien bij de kunsten. In de compositie van de vensterluiken zien we patronen van Mondriaan, Kandinsky en Le Corbusier. De muren van de kapel hebben grote kleurvlakken. Wanden, zoldering en torens zijn vol tendenzen van de nieuwe plastiek. Le Corbusier bracht bouwwerk, schildering en plastiek tot een kunstwerk van volledige integratie samen.”

Bron: Kopstukken uit de twintigste eeuw Le Corbusier - Anton Henze

IMG_0261.jpg

Mijn ervaringen: Deze bedevaartskerk wilde ik al langere tijd bekijken, de magische vorm van het gebouw, de ligging op de heuvel, het contrast tussen binnen en buiten. Na een heuvel slingerend opgereden te hebben kan de auto geparkeerd worden. Nadat ik uitstap vang ik een glimp op van de kerk, wit blinkend door een flauwe zonnestraal. Omdat ik er vroeg ben heb ik de ruimte voor mezelf. Eerst bekijk ik uitvoerig de buitenruimte; de kerk ligt verhoogd op een heuvel waardoor als je het gebouw benadert deze groter overkomt. Het gebouw is wit geschilderd maar de tand des tijds is zichtbaar; haarscheuren zijn zichtbaar in het pleisterwerk en het wit is van dichtbij om veel plekken grauw geworden. Door om het gebouw heen te lopen begin ik de plattegrond van het gebouw te begrijpen; aan de buitenzijde bevindt zich een altaar nis waar een grote groep pelgrims ontvangen kan worden op belangrijke bedevaartsdagen om het misoffer te vieren. In de wand geïntegreerd is een glazen capsule met daarin het genadebeeld, deze kan draaien afhankelijk of de dienst binnen of buiten is. Ik ga naar binnen door een zware deur en sta ineens in een verstilde donkere ruimte.

IMG_4575.jpg

Er branden kaarsen aan de voorzijde maar mijn blik wordt gevangen door de wonderlijke muur met inhammen. In iedere inkeping zijn wonderlijke gebrandschilderde ramen te zien. Vrolijke warme kleuren die dienen als achtergrond voor handgeschilderde tekeningen en woorden. Op een aantal ramen zijn werelds symbolen aangebracht; om iedere bezoeker zich welkom te laten voelen, gelovend of niet, iedereen is welkom op deze plek. Een paar symbolen die me bijblijven zijn een gezicht, een vogel, sterren, een bloem. Teksten: ‘toute’ – ‘alles’, ‘la mer’ – ‘de zee’, ‘les femmes’ –  ‘de vrouwen’. 

Ik ga een poosje zitten in de kerk op de achterste bank, alleen een deken van stilte en rust valt over me heen en zorgt ervoor dat ik de wonderlijke kleurenblokken in de zuidmuur in alle rust en intensiteit op me in kan laten werken. Heel bijzonder is ook dat ik bijna een kan worden met de inhammen en het gebrandschilderde glas; de inhammen zijn breed genoeg dat ik er in kan kruipen en met een veilige afstand de bijzondere tekeningen, teksten en kleuren echt kan ervaren. Met een gevoel van verstilling en vol indrukken van de prachtige details verlaat ik de kapel en druk ik de zware deur zachtjes dicht. Nog een laatste wandeling om het gebouw en over het terrein, ik weet zeker dat ik hier nog eens terug ga komen, wat een bijzonder gebouw en wat een aantrekkingskracht hadden de gebrandschilderde ramen en tekeningen. Thuis in mijn studio ontstaat een kleine serie schilderijen waarbij ik de gebrandschilderde ramen als uitgangspunt heb genomen, de serie: Notre Dame du Haut.

Reisverslag Unité d’habitation de Marseille oktober 2017.

UNITE D’HABITATION DE MARSEILLE 

Over het gebouw: De inspiratie voor de wooneenheid kreeg hij niet pas in 1945 maar, maar al in 1907 tijdens een bezoek aan de Karthuizer monniken van Ema bij Toscane. Zijn eerste plannen toonde hij in de Herfstsalon van 1922. Pas van 1947 tot ’52 kon hij ze verwezenlijken in Marseille. De Franse minister van Wederopbouw gaf hem opdracht de wooneenheid te bouwen. 

Vormgeving gebouw:

“De wooneenheid is een hoogbouwblok, 165 meter hoog, 24 meter breed. Het rust op betonnen pijlers. Eronder staan de auto’s en fietsen. Het gebouw heeft 17 verdiepingen. Deze bevatten 337 woningen van 23 verschillende types en er wonen ongeveer 1600 mensen. Er zijn woningen voor alleenstaanden, voor kinderloze echtparen, voor gezinnen met twee tot acht kinderen. Voor de verticale toegang zijn er liften en trappen, voor de horizontale vijf binnenstraten, brede gangen, die het gebouw overlangs in tweeën delen. De woningen rusten in een betonnen geraamte. Dit is geconstrueerd als een flessenrek; in de verticale vlakken schuift men aan elke kant een fles; de flessen liggen zodanig boven elkaar dat de hals van de eerste fles onder de bodem van de tweede, die van de tweede boven de bodem van de eerste lig.”

IMG_5068.jpg

Indeling woning:

“Elke woning heeft door de grote loggia (balkon dat binnen het schuine dakvlak valt) bij het woonvertrek en door de kleine kinderkamer toegang tot de open lucht, het zonlicht in het oosten en westen en uitzicht op de Zee Alpen en de zee. De buitenmuur is 4.80 bij 3.66 meter en bestaat geheel uit glas; bij het ene woonelement ligt hij op het oosten, bij de andere op het westen. Ervoor ligt de loggia, die op de halve hoogtedoor midden is gedeeld en zo diep is gebouwd, dat hij als zonnebreker dient. Le Corbusier heeft zich vanaf 1928 beziggehouden met het probleem hoe zoveel zonlicht te geven, dat het nooit hinderlijk is. Hij ontwikkelde het systeem van de zonnebreker. Muren, kozijnen, plafond en dak van de loggia’s werden aangebracht volgens de stand van de zon en de hoek van inval van het licht, zodat de kamer in elk seizoen het juiste zonlicht heeft.”

 

Lichtwerking – toepassing van licht – lichtontwerp:

“Er hangen geen lichtbronnen in in de woonelementen: het licht valt van de muur of van het plafond in de juiste hoek de ruimte in. Het draagt bij tot architectonische ordening. De lichtbronnen van de kunstmatig verlichte binnenstraten liggen boven de ingangen van de woningen, die door sterke kleuren worden geaccentueerd, om aan te wijzen waar men in de straten zoekt.”

 

Voorzieningen in het gebouw:

“Halverwege de hoogte van het gebouw op de zijn de zevende en achtste etage ingericht voor algemene diensten aan de gemeenschap. Een winkelstraat in het gebouw biedt alles wat we zoeken; er is een melkhandel, een kapper, boekhandel, postkantoor, restaurant en hotel. Het principe de mensen tijd en kracht te besparen wordt in de wooneenheid verder ontwikkeld. Op de bovenste etage en het platte dak vinden we een ziekenzaal, een kinderopvang, zwembassin, zonnedak, gymzaal, een twintig meter lange trainingsbaan, een plek voor amateurs spelen, een uitzichttoren en een kleine bar. Er is ook een park aangelegd om het gebouw heen van bijna 3,5 hectare oppervlakte bestemd voor de voetganger en het spelende kind.”

Bron: Kopstukken uit de twintigste eeuw Le Corbusier - Anton Henze

 

Mijn ervaringen: Door een studiegenoot met een grote passie voor architectuur kom ik terecht in het wooncomplex van Le Corbusier in Marseille waar ik een week verblijf in een van de appartementen.

Ik vind het heerlijk om me tijdelijk te nestelen in dit gebouw en me te gedragen als bewoner. Het is een gigantisch gebouw. Bij aankomst zie ik een gigantisch breed gebouw op poten, pilotis, de gekleurde balkons doen me direct denken aan een schilderij van Mondriaan. In eerste instantie komt dit gebouw kolossaal over op mij, een overweldigend beest op poten.

Het exterieur van het gebouw lijkt ruw en onaantrekkelijk maar nadat ik er omheen ga wandelen ontdek ik prachtige details. Op een aantal plekken zijn geometrische patronen aangebracht als subtiele versieringen in het beton en op gebrandschilderd glas.

IMG_5071.jpg

De modulor, het door Le Corbusier bedachte maatsysteem, is op de gevel te zien in een patroon, aangebracht als reliëf, de terugkerende mensfiguur heeft een speels karakter. Met de modulor werd het gebouw op schaal berekend, leuk om dit gegeven letterlijk terug te zien in de façade van het gebouw.

Met een lift ga ik naar boven naar de tiende etage waar mijn appartement zich bevindt. Nadat ik de lift ben uitgestapt en de hoek omgelopen kom ik in een eindeloos lange gang uit. Donker en mysterieus, kleine schemerlampjes bij iedere voordeur, een glanzende spiegelende vloer waarin de lampjes weerspiegelen, een tunnel naar de woning. Dit had ik toen ik buitenstond totaal niet verwacht. Een groot contrast tussen buiten en binnen; kolossaal en licht van buiten, smal donker en mysterieus in het hart van het gebouw. Het appartement waar ik verblijf ademt nog helemaal de authentieke sfeer uit. Je komt boven binnen in de kleine keuken die op een vide is gelegen. Met de trap naar beneden loop je de woonkamer binnen met de loggia met prachtig uitzicht. Direct erachter de badkamer. Aan de andere zijde liggen de kinderkamers, lang en smal met beiden een balkon uitkijkend op de stad. Het voelt als een fijn leefruimte maar toch wat gedateerd als je het vergelijkt met hoe men vandaag de dag met een groot gezin zou willen wonen. De ruimte zijn smal met deels lage plafonds. Alleen in de woonkamer is de ruimte hoog en licht doordat de vide met de keuken maar een deel van de woonkamer inkomt.

Het gemeenschappelijke dakterras is spectaculair. Een waanzinnig uitzicht naar alle kanten, mysterieuze schoorstenen, het zwembadje en de kinderopvang. Later zie ik bij een kunstmanifestatie in Marseille een waanzinnige korte film waarbij de kinderen van de opvang heerlijk rennen en dansen over het dakterras.

Een week lang gedraag ik me als bewoner, ik wandel door het speciaal voor de bewoners aangelegde park, ik neem de trap of de lift naar boven en beneden, geniet van het uitzicht op het dakterras, slaap in een kinderkamer, haal een croissant in de winkelstraat en doe de grote boodschappen bij de lokale supermarkt. Een aantal oorspronkelijke bewoners, inmiddels bejaard, zijn erg tevreden met hun plek in dit wooncomplex.

Na een week ga ik gevuld met veel indrukken van deze plek naar huis en laat ik alles op me inwerken, rangschik ik alle foto’s van het exterieur en het interieur.

Uiteindelijk realiseer ik me dat niet de woning zelf maar de eindeloze mysterieuze gang en de bijzondere façade met de modulor reliëf patroon mij het meeste zijn bijgebleven. Met deze indrukken ga ik aan de slag en zo ontstaan de twee series schilderijen: Unité d’Habitation de Marseille dixieme étage en de Unité d’Habitation de Marseille Extérieur.